De 418 serie completeert het middensegment, terwijl de 408 serie de lichte serie was. De serieproduktie van de modellen U 110 en U 140 van de 418-serie begon in april 1992.

Het karakteristieke ontwerp van de Unimog U110 en U140

De volledig stalen veiligheidscabine met korte motorkap, van binnen en van buiten volledig vernieuwd, werd in twee versies aangeboden:

  • Met zichtkanaal voor aan de voorzijde gemonteerde werkoplossingen voor gereedschap in handel, industrie, gemeenten en landbouw,
  • Zonder zichtkanaal voor transport en off-road gebruik, b.v. als off-road camper, expeditie- of brandweervoertuig.

Binnenin biedt het bestuurderscompartiment royale ruimte met veel beenruimte, een vlakke cabinevloer en een goede toegang van de bestuurdersstoel naar de passagiersstoel. Als gevolg daarvan zijn de rijeigenschappen in de praktijk verbeterd.

418 serie motor

Mercedes heeft de Unimog 418-serie gemaakt van voertuigen met een lage emissie (LEV’s), d.w.z. voertuigen met relatief lage uitlaatemissies. De emissies van deze motoren lagen onder de EU-grenswaarden voor uitlaatemissies die sinds 1 juli 1992 van kracht zijn

  • De viercilinder OM 364 A met turbo en 102 pk werd op de U 110 gemonteerd. Deze viercilinder LEV turbomotor met een cilinderinhoud van 3972 cc voldeed aan de vraag van klanten naar meer vermogen, vooral in de transportsector.
  • De OM 364 LA met turbo en directe inspuiting van 136 pk (Euro 1) of 140 pk (Euro 2) rustte de U 140 uit.

Tooling beschikbaar op de U110 en U140

Een bijzonder kenmerk was het optionele Servolock-systeem, een nieuw arbeidsbesparend systeem voor de Unimog dat alle aanbouwdelen hydraulisch vergrendelt.

De Unimog is een werkpaard omdat hij zo veel uitrustingsstukken heeft. Op dat moment waren er wereldwijd meer dan 3.500 aanbouwdelen en werktuigen voor de Unimog, die in de loop van vele jaren in intensieve samenwerking met meer dan 230 werktuigfabrikanten waren ontwikkeld.

De uitdaging die Mercedes aanging was om in korte tijd van gereedschap te veranderen. Terwijl het vroeger altijd veel tijd en energie kostte om de speciale machines te verwisselen, volstaan vandaag enkele minuten.

Dankzij de nieuwe “Servolock” voorste klemplaat en het “vizierkanaal”, kon één man het doen. Hierdoor werd de Unimog een echt alternatief voor machines voor eenmalig gebruik, die het grootste deel van het jaar in de garage doorbrengen.

Unimog U140 L

Dit model is de opvolger van de U 1150 L (serie 417), die werd gebruikt als brandbestrijdingsvoertuig, mobiele observatiepost en als eerste interventievoertuig bij bosbrandbestrijding.

  • De U 140 L bood een lange wielbasis van 3470 mm (BM 418.117) en 3900 mm (BM 418.237).
  • De nieuw ontworpen bestuurderscabine was comfortabel en professioneel.
  • De zitpositie is naar achteren verplaatst, waardoor de motor niet meer in de cabine uitsteekt.
  • De dwarse toegang tot de passagiersstoel was handig.
  • De meervoudig verstelbare stoelen (ook luchtgeveerd), met hoofdsteunen, en een vlakke voetenruimte met veel beenruimte, deden denken aan het comfort van de grote vrachtwagens.
  • De cockpit was ook indrukwekkend.
  • De verschillende displays zijn ontworpen met behulp van “doorvallende lichttechnologie” en zijn daarom ’s nachts duidelijk leesbaar. Een multifunctioneel display geeft informatie over de verschillende bedrijfstoestanden en signaleert onregelmatigheden.

Unimog U140 T

Een derde modelvariant werd in 1993 uitgebracht: de U 140 T versie (BM 418.000).

In tegenstelling tot de voertuigen die als werktuigdragers in de landbouw en bij gemeenten worden gebruikt, werd de bestuurderscabine zonder motorkap voor de stoppelmotor gebruikt. Als standaardvoertuig was de Unimog Powerhead uitgerust met een robuust chassis dat speciaal was ontworpen voor de behoeften van krachtvoertuigen. Net als zijn grote broers uit de middelzware en zware series was ook de Unimog U 140 T een individueel ontworpen transportsysteem, dat dankzij de eenmansbediening vanaf de bestuurdersplaats en het gebruik van uitwisselbare systemen zuinig en kostenefficiënt bleek te zijn.

Commerciële benaming: U 110 (4/1992-1995)

Productiedata :

U 130 (1992-1999)

U 140 (4/1992- 1998)

U 140 L (1993-1998)

U 140 T (1993 – 1995)

Modelnummer: 6

Motoren :

OM 364 A (4 cilinder directe injectie met turbodiesel)

OM 364 LA (4-cilinder diesel met directe injectie en turbo en intercooler)

Motorprestaties :

64 kW (87 pk),

72 kW (98 pk),

85 kW (115 pk)

CC: 3.972 cc / 5.958 cc

Afmetingen :

4.550 x 2.100 x 2.670 mm

5.210 x 2.100 x 2.670 mm

2.610 x 2.100 x 2.670 mm

Wielbasis: 2.830 mm / 3.470 mm

Max. Gewicht: 7.500 kg

Laadvermogen :

3.350 kg / 3.280 / 4.110 kg

Aantal geproduceerde eenheden: 1.223 eenheden

U110

unimog u110

U140

Unimog U140

U140 L

Unimog U140L, serie 418